Abend will es werden


Wie had kunnen vermoeden dat we twee jaar lang door een virus geen concerten konden geven? Gelukkig was daar net voor wéér een lockdown een moment voor Abend will es werden.

Allerlei gevoelens en ideeën komen boven wanneer het thema ‘Avond’ centraal staat. Voor Brahms is het in ieder geval niet enkel kommer en kwel. In O Schöne Nacht concentreert hij zich op de mooie dingen: sprookjesachtig verschijnt de maan in zijn volle pracht en de kleine sterretjes twinkelen er omheen. De nachtegaal zingt en binnenshuis sluipt een knaap zachtjes naar zijn geliefde.

In Der Abend wordt dan weer juist een ander tafereel geschapen. Als in een droom zien we dorstige paarden op een verzengde zomeravond eindelijk tot rust komen. Cupido, Thetus en Phoebus verschijnen ook ter plaatse. Wat ze met elkaar te maken hebben? Het was aan de toehoorder om hier een interpretatie aan te verbinden.

De Eichendorff-gesänge van Frank Stanzl zijn het beste te omschrijven als rauw melancholisch. Hier even geen warme harmonieën, even geen kleurrijke koorklank. Dissonanten die als functie hebben het uitbeelden van een gevoel van gemis. Heimwee naar iets, maar je weet niet wat. Terug willen naar het bekende, maar niet terug kúnnen. Een avondwandeling met een hoofd vol verwarde gedachten. Ook voor deze stemmingen zijn er teksten, is er muziek geschreven.

In Nachtgebet van de componist Alex Roth namen we plaats in een tijdmachine. Deze straalde ons terug naar de tijd dat het Gregoriaanse avondgebed Te Lucis Ante Terminum gezongen werd. Roth neemt de melodie van het Gregoriaanse gezang en zet deze op diverse manieren tegen elkaar. Hier omheen zoemen de harmonieën van liggende tonen die het stemmenweefsel omhullen. De luisteraar waant zich in een kathedraal waar uit diverse hoeken, op diverse toonhoogten en in zowel Latijn als Duits het Te Lucis Ante Terminum klinkt. Het stuk is een geheel eigenzinnige caleidoscoop geworden waarin oud en nieuw samenkomen.

Of het nu gaat om overgave (Herr, nun lässest du deinen diener in Frieden fahren), diverse aspecten van menselijke interactie (Heine-liederen) of een dromerige staat van zijn (Nachtlied en Nacht und Träume), voor de componisten in dit programma zijn het allemaal aspecten die thuishoren bij het vallen van de avond.

De tekst van het laatste stuk dat we zongen, Geistliches Lied is van de hand van Paul Fleming, een dichter en arts uit de 17e eeuw. Het is opmerkelijk hoe deze 17e-eeuwse tekst zonder enige omhaal toegepast zou kunnen worden op de 21e eeuw! We hoefden maar terug te denken aan de afgelopen anderhalf jaar die vooral voor koorzangers en musici een donkere een zorgelijke tijd was.